Tijd voor een update! 

Nadat de onderzoeksgroep van prof. Frank Baas in 2016 de eerste Nederlandse GNAO1 patiënten had geïdentificeerd heeft hij kort na het oprichten van de stichting in 2017 de eerste werkzaamheden voor het onderzoek naar GNAO1 opgestart. Zonder financiële steun is het echter onmogelijk om een uitgebreid GNAO1 onderzoeksprogramma te draaien. In de zomer van 2020 zegde de Stichting Forwis(h)dom voor 4 jaar financiële steun toe waardoor het onderzoeksteam uitgebreid kon worden en het onderzoek een vlucht nemen. Ondanks de uitdagingen van de pandemie (lockdowns golden helaas ook voor laboratoria) heeft het onderzoeksteam inmiddels mooie resultaten geboekt en is er hard gewerkt aan een wereldwijd overzicht van GNAO1 patiënten, hun GNAO1 varianten en hun symptomen. Het is de bedoeling dat dit werk een beter beeld schetst van deze variabele, relatief onbekende, aandoening. Binnenkort hopen de onderzoekers dit werk te publiceren. Op uitnodiging van de onderzoekers nam het bestuur vorige week een kijkje in het lab en werden we bijgepraat over de stand van het onderzoek. Tijd voor update!

Het huidige team van onderzoekers 

Na wat wisselingen het afgelopen jaar bestaat het team dat in het LUMC het onderzoek naar GNAO1 doet inmiddels uit prof. Frank Baas, dr. Harald Mikkers, Maria Saez Gonzalez en Mari van der Meer. Om nog sneller stappen te maken in hun GNAO1 onderzoek zouden ze het onderzoeksteam graag op korte termijn willen uitbreiden.

Overzichtsartikel GNAO1 

Vooruitlopend op de publicatie van het overzichtsartikel over de verschijningsvormen van GNAO1 vertelde Maria ons alvast de belangrijkste inzichten. Het team is zo’n 395 GNAO1 varianten op het spoor gekomen door bestaande literatuur en databanken met genetische informatie na te pluizen. Ook hebben behandelende artsen en onze stichting bijgedragen. Zo heeft hebben we informatie opgevraagd bij de patiënten waarmee wij in contact staan. Zij hebben op hun beurt toestemming gegeven om deze gegevens anoniem te delen met de onderzoekers.  De onderzoekers hebben 120 varianten geïdentificeerd die zeer waarschijnlijk de ziekte geven. Van de overige varianten is het vaak nog niet mogelijk om vast te stellen of ze verantwoordelijk zijn voor een bepaald ziektebeeld. Het aantal varianten is een ander getal dan het aantal GNAO1 patiënten. Er zijn namelijk verschillende mutaties in het GNAO1 gen mogelijk en iedere andere mutatie noemt men een variant. Er kunnen vervolgens per variant 1 of meer patiënten zijn. Het team heeft uiteindelijk het ziektebeeld van 220 GNAO1 patiënten weten te verzamelen. Daarnaast hebben ze ook meer dan 270 patiënten kunnen identificeren. Dit overzicht heeft ertoe geleid dat het aantal patiënten met deze zeldzame ziekte dat in een overzicht wordt vermeld bijna verdrievoudigd is. Een gestructureerd overzicht van specifieke varianten en ziekteverschijnselen is enerzijds van belang voor onderzoek naar de oorzaak van GNAO1 en anderzijds voor de behandelende artsen.

Het artikel geeft vervolgens inzicht in het percentage patiënten dat te maken heeft met bewegingsstoornissen, het percentage dat te maken heeft met epilepsie en het percentage waarbij een ontwikkelingsachterstand is vastgesteld. De getallen waren indrukwekkend en toonden eens te meer de urgentie van het wetenschappelijk onderzoek naar GNAO1. Meer dan 80% heeft te maken met bewegingsstoornissen, meer dan 30% daarvan reageert helemaal niet op medicatie en 50% reageert slecht op medicatie. Ongeveer 50% van de patiënten heeft epilepsie verschijnselen die ook vaak slecht zijn te behandelen. Belangrijk om te vermelden is dat de medicatie voor zowel epileptische- als bewegingssymptomen bij GNAO1 patiënten niet specifiek zijn ontwikkeld voor GNAO1. Daarom is het enorm belangrijk om onderzoek te doen naar betere therapieën die specifiek zijn voor GNAO1 patiënten.

Ontwikkelingsachterstand speelt bij meer dan 80% van de patiënten. Bij 40% is er sprake van een zeer ernstige achterstand. Het spraakvermogen, wat een erg complexe hersenactiviteit is, is bij ongeveer 90% van de patiënten aangetast.

Het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek 

Om de functie van het GNAO1 eiwit in detail te bestuderen maakt het team gebruik van verschillende studiemodellen en heeft het 4 verschillende GNAO1 varianten geselecteerd. Voor de gekozen varianten hebben ze toegang tot uitgebreide klinische gegevens en het erfelijk materiaal, het DNA, van deze patiënten. Een eerste belangrijke vinding die de onderzoekers in Leiden hebben gedaan is dat er grote verschillen zijn tussen de 4 GNAO1 eiwit varianten in waar de eiwitten zich bevinden in een cel. Dit kan mogelijk ook de grote verschillen in symptomen verklaren tussen de GNAO1 patiënten met deze varianten.

Het is bekend dat het GNAO1 eiwit een rol speelt bij de ‘communicatie’ tussen zenuwcellen. GNAO1 is daarmee een belangrijke schakel in het zenuwstelsel. Ons zenuwstelsel geeft signalen door met behulp van hele kleine elektrische schokjes. Deze schokjes, zenuwcel activiteit, kan je meten in het laboratorium. De onderzoekers hebben gevonden dat de eerst geteste zenuwcellen met een bepaalde GNAO1 variant een verhoogde activiteit laten zien Deze GNAO1 zenuwcellen zijn veel actiever, de activiteit is intenser, maar ook van kortere duur. Door de veranderingen van elke variant goed in kaart te brengen hopen de onderzoekers dat er in de nabije toekomst gericht kan worden gezocht naar medicatie die specifiek werkt voor bepaalde varianten. Zo zou bijvoorbeeld gedacht kunnen worden aan een medicijn dat, in het geval van een verhoogde zenuwcelactiviteit, de activiteit weer ‘normaler’ kan maken.

Doelen voor de (nabije) toekomst 

Ondanks deze belangrijke eerste vindingen zijn er nog veel vragen over de functie van het GNAO1 eiwit en de verschillen tussen de varianten onbeantwoord. Het onderzoeksteam heeft een onderzoeksplan opgesteld om enkele belangrijke vragen te beantwoorden. Dit plan bestaat uit:

  • Onderzoeken wat er misgaat op celniveau bij alle 4 beschikbare varianten. Het team verwacht daarbij dat voor de varianten die een bewegingsstoornis veroorzaken, eerst andere typen zenuwcellen moeten worden ontwikkeld.
  • Bestuderen van de elektrische activiteit maar ook andere eigenschappen van verscheidene type zenuwcellen met de verschillende GNAO1 varianten .
  • Screenen van het effect van bestaande medicijnen op de gevonden verschillen in GNAO1 zenuwcellen.
  • Onderzoeken op basis van verschillende meetmethoden welke processen in de zenuwcellen zijn aangedaan door de GNAO1 varianten.

Helpt u mee het onderzoek te bespoedigen?

Het onderzoek in Leiden is kostbaar en van wezenlijk belang voor de toekomst van bestaande en nieuwe GNAO1 patiënten. We willen het veelbelovende onderzoek heel graag verder steunen, zodat er nog meer onderzoek gedaan wordt en er nog sneller resultaten behaald kunnen worden. Uit de vergaarde patiëntendata is af te leiden dat de kwaliteit van leven van GNAO1 patiënten momenteel nog te laag is. Hier moet wat aan gedaan worden! Omdat het een zeldzame aandoening betreft is dat veel gemakkelijker gezegd dan gedaan. Voor een zeldzame aandoening is de medische zorg immers ook een stuk uitdagender. Er is simpelweg nog heel weinig bekend en dat wat bekend is, bereikt niet altijd direct de behandelend artsen. Hoe sneller er resultaat geboekt wordt met onderzoek, hoe beter. Hoe meer onderzoek er gedaan wordt, des te sneller zal er voor de patiënt een merkbaar resultaat zijn. Voor dit alles is geld nodig. Dat klinkt ordinair en dat is het ook. Maar het moet gezegd worden en we kunnen het helaas niet mooier maken dan het is. Ook patiënten van zeldzame aandoeningen, zoals de GNAO1 patiëntengroep, hebben recht op onze aandacht! Want het kan niet zo zijn dat het hebben van een zeldzame ziekte zoals GNAO1 eigenlijk driedubbel pech betekent. Het is pech hebben dat je de ziekte hebt………dat de artsen niet goed weten hoe de patiënten het beste te behandelen…………en dat er vanuit de overheid en andere organisaties nauwelijks mogelijkheden worden geboden om het GNAO1 onderzoek te financieren. Deze situatie moet stoppen! Komen jullie ook in actie? Dat kan door direct te doneren, door aandacht voor GNAO1 te vragen, of door zelf een actie op te zetten. Help GNAO1 patiënten!