Prof. Frank Baas leidt het Nederlandse onderzoek naar GNAO1. Dit vindt plaats in het LUMC te Leiden. Wat gebeurt daar nu, hoe ziet het team eruit en wat is de stand van zaken? We stelden Frank enkele vragen: 

– Kunt u uitleggen wat uw onderzoek naar GNAO1 in grote lijnen inhoudt en wat u hoopt dat het onderzoek ons uiteindelijk zal leren?

Het onderzoek naar GNAO1 dat op het LUMC wordt uitgevoerd heeft als doel om meer inzicht te krijgen in de onderliggende ziektemechanismen. Deze kennis zal worden benut om een passende therapie te ontwikkelen. Wij ontwikkelen nu modellen om de effecten van bepaalde varianten in het GNAO1 gen te testen in het laboratorium. Die modellen kunnen weer gebruikt worden om in de toekomst nieuwe therapieën te testen.  

– De mutaties op het GNAO1 gen hebben de afgelopen jaren steeds meer aandacht gekregen in de wetenschap. Kunt u aangeven welke kennis er inmiddels reeds is opgedaan met betrekking tot GNAO1 door u en/of uw buitenlandse collega’s? 

Het is heel goed nieuws dat er steeds meer onderzoek naar het GNAO1 gen gedaan wordt. Hoe meer onderzoek er gedaan wordt hoe beter. Daardoor wordt er ook meer bekend over de functie van GNAO1 en rol van de varianten die een ziektebeeld geven. GNAO1 lijkt echter een duizendpoot te zijn waardoor de vragen ‘welke functie in de cel is veranderd en welke cellen nu verantwoordelijk zijn voor het ziektebeeld?’ nog niet zijn beantwoord.  Het ontwikkelen van modellen om GNAO1 functie te bestuderen is kostbaar en tijdrovend. Het bundelen van deze kennis en beschikbaar stellen van modelsystemen zal het onderzoek versnellen. Ook zal de internationale samenwerking duplicatie in onderzoek voorkomen waardoor de financiën en mankracht zo efficiënt mogelijk ingezet worden. In Leiden focussen wij ons nu op het nabootsen van de ontwikkeling van hersenzenuwcellen in het laboratorium en het bestuderen van de effecten van de GNAO1 varianten op hun functie.

– Kunt u de lezers uitleggen hoe uw onderzoeksteam- en werkomgeving eruitziet? 

Het werk wordt gedaan op de afdeling Klinische Genetica (Kees Fluiter, Jeroen Vreijling, Rebecca Esveldt en ondergetekende) en de afdeling Cel en Chemische Biologie (Harald Mikkers) van het LUMC. Recent is Maria Saez Gonzales als promovenda op het project begonnen.

Het LUMC biedt ons een geweldige researchomgeving waar wij veel faciliteiten tot onze beschikking hebben. Een tweede voordeel is dat wij kunnen samenwerken met andere onderzoeksgroepen in het LUMC, waardoor je bijna altijd “in huis” een expert op een vakgebied hebt.

– Vordert het onderzoek goed? In hoeverre hebben de Covid-19 maatregelen invloed op het onderzoek en wordt u daardoor belemmerd? 

Helaas heeft de Covid pandemie en de daaraan gerelateerde maatregelen een negatief effect gehad op het werk in het laboratorium. Door de restricties die we kregen opgelegd konden er minder mensen in het laboratorium aanwezig zijn. Daarnaast was er ook een tekort aan bepaalde reagentia. Door zo effectief mogelijk alle werkzaamheden te plannen en uit te voeren hebben we het negatieve effect tot een minimum kunnen beperken.  Na een kleine inhaalslag hebben we het onderzoek recent zelfs kunnen uitbreiden door de komst van promovenda Maria, die mogelijk is gemaakt door een subsidie van de For Wis(h)dom Foundation. Binnenkort hopen we ook nog extra ondersteuning aan te kunnen stellen.

– Hoe belangrijk is het dat we alle patiënten met GNAO1 varianten in Nederland in beeld hebben?

Het is heel belangrijk dat wij zo veel mogelijk gegevens over alle Nederlandse GNAO1 patiënten verzamelen. De patiëntenvereniging kan hier voor ons een belangrijke rol in spelen. Deze informatie kan ons helpen om meer te leren over het verloop van de ziekte, gebruikte medicatie en de effecten van de verschillende GNAO1 varianten op het ziektebeeld. In de toekomst zouden we deze patiënten kunnen includeren in trials met nieuwe geneesmiddelen. Zo ver zijn we jammer genoeg nog niet. Vooralsnog is het belangrijk om een zo compleet mogelijk overzicht te krijgen van deze ziekte.  Hiervoor werken wij samen met andere GNAO1 onderzoekers, want alleen dan is het mogelijk om dit doel te bereiken.